11 Vaardigheden

Tijdens de opleiding tot valkenier wordt kennis overgedragen om op een vakkundige manier een roofvogel te kunnen houden en hiermee te jagen. De kennis is onderverdeeld in de categorieën ‘Houden, verzorgen en afdragen van Jachtvogels’ en ‘Jacht met Jachtvogels’ en bevat in totaal elf vaardigheidseisen.

Deze elf vaardigheden worden onderwezen tijdens de lesavonden voor aspiranten en daarna tijdens de twee stagejaren bij de mentoren verder uitgebreid, in de praktijk uitgevoerd, getoetst en vervolgens ter goedkeuring afgetekend. Tijdens het praktische Valkerij-examen zijn het ook deze vaardigheden die worden getoetst.

De elf vaardigheden, met omschrijving, luiden als volgt:

H1 - Omgang met Jachtvogels

Staartpennen en vleugelpennen, verloop in de muit, aansteken, behandeling tijdens de muit, snavel en nagels bijwerken, verzorging van het verenkleed, inrollen, staartbeschermer gebruiken, omgang met publiek tijdens de jacht.

H2 - Dragen en zeeg maken van Jachtvogels

Afdragen, strelen, huiven, opnemen uit muithok, opnemen en terugplaatsen van blok, treinen, samenhang conditie en motivatie om te jagen, gebruik weegschaal tijdens treinen, gebruik weitas en valkeniersvest, wandelen in verkeer.

H3 - Verzorging van Jachtvogels

Controle smeltsel, behandeling diepvriesaas, baden en zitgelegenheden, controleren en symptomen van slechte conditie, huisvesting, op een geschikte plaats zetten ter voorkoming van beschadigingen verenkleed, handen nakijken.

H4 - Aanleggen van tuig

Belang van adresplaatje, eigenschappen langveter, telemetrie, schoenen, bel en draal, geschikte keuzes maken in materiaal voor jachtvogel, materiaal aan jachtvogel bevestigen en gebruiken.

H5 - Aanleren van gewenst gedrag en jagen met de vogel

Voorbereiding jachtdag, jachtlust, in conditie brengen, appèl, en weigerachtig gedrag begrijpen.

H6 - Voorkomen en afleren van ongewenst gedrag

Slecht appèl, mantelen, trossen, krijten en andere ongewenste (agressie)uitingen.

J1 - Doden van prooien en slachten van aasdieren

Slachten en behandelen van wild en aasdieren, rol Gekwalificeerd Persoon.

J2 - Zoeken en terugvangen van verloren jachtvogels

Aspecten van telemetrie inclusief zenderbereik, zenderfrequentie en -bevestiging aan vogel, natuurkennis om verblijfplaats vogel te duiden, gebruik vangmiddelen.

J3 - Beoordelen van inzetbaarheid

Symptomen en afwijkingen in uiterlijk en gedrag, gebruik weegschaal en gewichtsmarges, aanschaf jachtvogel en beginnen met afdragen, waar jagen en organisatie jachtdag, juiste instelling aspirant ten opzichte van anderen.

J4 - Toepassen van fret en hond

Welk hondenras wanneer inzetten, huisvesting fret, anti-bijtring en muilkorf aanbrengen, gebruik frettentelemetrie.

J5 - Gebruik van fluit, loer en balg

Juiste keuze en gebruik van fluit, loer, balg en vlieglijn.