Jagen met jachtvogels

Passie

De passie voor de valkenier zit hem in het op zichtafstand mogen meemaken hoe een roofvogel van zijn natuurlijke kwaliteiten gebruik maakt om prooien te vangen. De vlucht is belangrijker dan de geslagen prooi, maar het vliegen zou zinloos worden zonder (het vangen van) de prooi. Het mogelijk maken van zo’n vlucht vereist een enorme toewijding, kennis en ervaring. Het houden van roofvogels voor de jacht is namelijk een specialistische en dagelijks terugkerende, tijdrovende bezigheid teneinde de vogel optimaal op de valkenier ingespeeld te laten raken.

Training

De hele training is erop gericht dat de roofvogel de valkenier accepteert als een hulpmiddel bij de jacht. Daarvoor moet de valkenier zich ten dienste stellen van de roofvogel. Een roofvogel zal zich immers nooit onderdanig gedragen naar de valkenier, maar enkel met de valkenier samenwerken omdat hij op deze manier minder energie hoeft te spenderen om aan eten te komen. Bij het zich ‘zo nuttig mogelijk maken’ voor de roofvogel, oftewel de roofvogel meer kansen bieden op een succesvolle vlucht dan hij in de vrije natuur zou hebben, maakt de valkenier vaak gebruik van een staande of drijvende hond en fretten. Het samenspel van deze verschillende disciplines, waarvan tijdens de jacht met jachtvogels gebruik wordt gemaakt, is wat in de valkerij het vluchtbedrijf wordt genoemd. Voor een valkenier is er niets mooiers dan dat alle toewijding die in het verzorgen, trainen en laten samenwerken van zijn havik of slechtvalk, jachthond en fretten is gestopt uiteindelijk in het vluchtbedrijf wordt beloond met een succesvolle vlucht.

De Wet

Alle regelgeving omtrent het mogen uitvoeren van het vluchtbedrijf staat in de Flora- en Faunawet en geeft een raamwerk waaraan een valkenier zich dient te houden. Zo moet er bijvoorbeeld voor een wildstand worden gezorgd die onder normale omstandigheden slechts geringe schade veroorzaakt aan gewassen, vee, bedrijfsmatige visserij en wateren, bossen of andere fauna. Verder mag er alleen van dieren worden geoogst als deze door de Staat zijn benoemd als wild en mogen deze alleen binnen de vastgestelde periodes worden bejaagd. Dieren die op de Landelijke of een Provinciale vrijstellingslijst staan, mogen jaarrond worden bejaagd maar enkel wanneer deze in het huidige of komende jaar schade zouden kunnen veroorzaken aan bovengenoemde belangen.

Tot slot

Valkenier zijn is geen sinecure en het is in ons overvolle land niet eenvoudig om ruimte te vinden waar het vluchtbedrijf kan en mag worden uitgevoerd. Adriaan Mollen is daarom altijd op zoek naar nieuwe mogelijkheden om ook jonge leden de eerste stap te kunnen laten maken naar de verantwoordelijkheid van een eigen jachtveld. Ons Verbond verwelkomt ieder aanbod om bij te kunnen dragen aan populatiebeheer en schadebestrijding en neemt hierin een unieke positie in door te mogen jagen op jachtvelden kleiner dan 40 Ha of daar waar beheer met een vuurwapen niet gewenst is.