Schadebestrijding

In Nederland zijn alle inheemse diersoorten wettelijk beschermd. Als een diersoort schade veroorzaakt aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren of schade aan andere fauna mag deze niet zonder meer worden gevangen, verjaagd of gedood. In de Flora- en Faunawet worden een aantal mogelijkheden genoemd waarmee een uitzondering kan worden gemaakt op dit algehele verbod, te weten een Vrijstelling (artikel 65), een Aanwijzing (artikel 67) en een Ontheffing (artikel 68).

Vrijstelling

Een Vrijstelling is een uitzondering op het verbod en geldt voor iedereen die aan de voorwaarden van de vrijstelling voldoet. Op de Landelijke Vrijstellingslijst en de Provinciale Vrijstellingslijsten staan diersoorten die, dan wel in het gehele land of in een bepaald deel ervan, schade veroorzaken, niet in hun voortbestaan worden bedreigd en welke het hele jaar door mogen worden bestreden. Voorwaarde voor het gebruik van de Vrijstelling is wel dat er een verband moet zijn tussen (dreigende) belangrijke schade aan gewassen en het verjagen van de betreffende diersoorten.

Een Vrijstelling werkt daarmee anders dan de Benuttingsjacht waar enkel op het aangegeven wild mag worden gejaagd in de daarvoor opengestelde perioden.

Aanwijzing

Een Aanwijzing kan, naast het bestrijden van schade, ook worden afgegeven als de volksgezondheid of openbare veiligheid in het geding is of in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer. Denk hierbij aan dieren met een voor mensen besmettelijke ziekte, een dier dat mensen aanvalt of vogels rondom een luchthaven.

Het verdere onderscheid is dat in een Aanwijzing een specifieke groep personen wordt genoemd die de aanwijzing mogen uitvoeren. In een Aanwijzing staan altijd de grondstukken genoemd waarop de betreffende diersoort mag worden bestreden en de uitvoerders kan geen toegang tot de aangegeven gronden worden geweigerd. Als de grondeigenaar dit toch niet toelaat, zijn deze personen ‘gerechtigd zich daartoe zonodig met behulp van de sterke arm toegang te verschaffen’. Verder is Gedeputeerde Staten uiteindelijk diegene die besluit wat er met de gedode dieren moet gebeuren.

Ontheffing

Een Ontheffing is een besluit waarbij in een individueel concreet geval een uitzondering op een wettelijk verbod wordt gemaakt. Een Ontheffing voor schadebestrijding kan worden afgegeven om gelijke redenen als een Aanwijzing plus ‘bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen belangen’ en wordt meestal alleen verleend aan een Faunabeheereenheid op basis van een faunabeheerplan. Een individu kan ook een Ontheffing krijgen voor schadebestrijding, echter betreft dit incidentele situaties gelet op omvang, aard of locatie waar een faunabeheerplan niet voor aan de orde is. Een ontheffing wordt altijd kenbaar gemaakt in landelijke of lokale dagbladen en de Staatscourant. De Faunabeheereenheid aan wie de ontheffing is verleend, brengt jaarlijks verslag uit aan Gedeputeerde Staten over de wijze waarop zij van de ontheffing gebruik heeft gemaakt en van de uitvoering van het faunabeheerplan.

Ongeacht onder welke uitzondering de schadebestrijding plaatsvindt, een grondgebruiker is te allen tijden verplicht om ten minste twee goedgekeurde preventieve maatregelen in te zetten om schade te voorkomen voordat daadwerkelijk op bestrijding mag worden overgegaan.